» Een overzicht
Onze groep kende reeds volgende groepsleiders:
- Luc Cruyl
- Jozef Van Zele
- Etienne Panis
- André Neyt
- Etienne Cusse
- Erik Fordeyn
- Carlos Verweire
- Remi Van de Veire
- Marnix Coucquyt
- Bart Noë
- Marnix Van Damme
- Woute Notebaert
- Kristel Van De Rostijne
- Peter vande Moortele
- Jonas Eliano en Joachim van Mele
- Anima Eliano en Tom Vlaeminck
- Anima Eliano, Sander Goethals en Wim De Craene
- Ivar Eliano en Steven Vandewalle
- Jeffrey Vincent, Joey Devriendt en Evelien Van Den Bunder
- Jeffrey Vincent en Evelien Van Den Bunder
- Griet Matthijs en Zoë Verdegem
Wat hier volgt zijn korte citaten uit spankracht van de tien eerste groepsleiders die onze groep heeft gekend.
» 1941 - 1944: Luc Cruyl
Op de Doornendijk (vandaag een toeristische attractie, destijds een verlaten plek) hielden we onze eerste vergadering. Wij, dat waren de kersverse scouts van de Sint-Martinusgroep van Assenede en de Michiel de Ruytergroep van Boekhoute (die naam was er toen nog wel niet). We schreven 1941, de oorlog was al een jaar aan de gang… Het lijkt misschien een vreemd moment om met een scoutsgroep te beginnen. Om dat te begrijpen moeten we een stukje voorgeschiedenis vertellen. (…) Toen we in 1944 opnieuw van start gingen, werd besloten dat de twee groepen elk hun eigen weg zouden gaan. De Sint Martinus-scoutsgroep van Assenede had alleen een verkennersafdeling die tot 1952 zou blijven bestaan. De Michiel de Ruytergroep van Boekhoute daarentegen stelde zich geleidelijk voor de andere leeftijdsgroepen open, zo kwamen er de welpen met meisjes als leidster, en tot op de dag van vandaag zijn we een boeiende groep gebleven.
» 1944 - 1947: Jozef Van Zele
Na de oorlog was de tijd gekomen om de bestaande scoutsgroep te splitsen. Er werd een afzonderlijke groep opgericht in Boekhoute. Het eerste werk was een naam kiezen en die naam moest een band hebben met de geschiedenis van ons dorp. In 1945 was Boekhoute nog een vissersdorp. Hoewel de visserij met rasse schreden achteruitging door de verzanding van de Schelde-arm "De Braakman" waaraan de haven van Boekhoute destijds gelegen was, wou de leiding toch een naam kiezen die aan de zeevaart herinnerde en dan nog vooral aan de avontuurlijke vaart. Zo kwam men op de naam "Michiel De Ruyter". De Boekhoutse scoutsgroep had een naam en kon nu definitief als zelfstandige groep van start gaan. Een beginnend groep heeft het sowieso moeilijk. In die periode was het nog moeilijker. Eerste probleem: vergaderruimte. Die kwam er, na enig zoeken, in een oude boerenschuur op "Het Leeg Hof". Speelruimte vinden was gemakkelijker: een weide, een boomgaard, de straat, alles kon dienen, want verkeer was er om zo te zeggen niet: soms een paard met kar, verder niets. Gevaar was er dus niet op straat.
» 1947 - 1956: Etienne Panis
De jongens vanaf 11 jaar kwamen bij de scouts aan hun trekken, maar de leeftijd van 8 tot 11 jaar kon nergens terecht. Daarom werd besloten op een leidersraad om (in 1947) een welpengroep op te richten. Hélène Buysse en Adèle Bouchier waren de eerste leidsters. Nadien voegden ook Laura en Anna Cool zich bij het leidsterskorps. Al zeer snel waren elke zondag een groot aantal welpen aanwezig. En dat allemaal in "Villa bukt U". In die tijd (1948) werden de auto's met massa's aangevoerd uit Amerika in de haven van Antwerpen. Al die wagens die op het bovendek stonden waren verpakt in houten kisten, als bescherming tegen het zeewater. Die kisten werden op de haven opengebroken, wat een enorme massa hout vormde. Daar werd dan ook handel in gedreven. En op zekere dag zag ik op een affiche dat panelen hout in Bassevelde werden verkocht. Ik ging toen eens schuchter poolshoogte nemen bij de deurwaarder die deze koop zou leiden. Ik legde mijn geval uit, en zei dat ik op zoek was naar hout om onze scoutslokalen te bouwen. Ik hoor het hem nog zeggen: "Voor de scouts! Mijn zoon is assistent (vaandrig) bij de scouts. Ik heb volgende week een verkoop in Doornzele, kom voor de verkoop even bij mij en we zullen samen de gepaste stukken aanduiden." Gedurende het opbod werden de aangeduide stukken niet te koop gesteld. En voor een mooi prijsje hadden we een hele wagen hout, die we met de tractor van de ouders van één van onze leden naar Boekhoute brachten. Iedereen die kon werd opgetrommeld, het liefste met een koevoet vergezeld, om de nagels te verwijderen uit die houten planken. Hoeveel kilogram nagels we hadden is niet te schatten, maar het waren er vele. En zo konden wij ons eerste lokaal bouwen voor de welpen, met een minimum aan kosten.
» 1956 - 1960: André Neyt
Een jaarlijkse gebeurtenis, die alle oud-scouts van dertig en meer jaren zich goed herinneren, blijft het vertrek met Thuurs vrachtwagen voor dierenvervoer naar de verschillende kampen. Zonder Thuur was kamperen onmogelijk. Terwijl Arthur met zijn lange kiel een sigarettenpeukje in de mondhoek, de handen in de broekzakken, gelaten toezag, werd de zware koffer, vol met niet bederfware eetwaar afgeladen, samen met de loodzware tenten, rugzakken, patrouillekoffers, enz. Ook ieder jaar maakte het legendarische bureau van master Panis, omgetoverd tot een heuse koffer, de reis mee. De overgebleven plaats werd dan maar ingenomen door 20 à 25 jonge knapen, bijeen gepakt lijk rendieren en al zingend vertrokken we, met onze tuffende en proestende, voor de gelegenheid omgebouwde reizigersvrachtwagen, op kamp richting Tongerlo-Ronse-Sint-Andries-Brugge, enz. Kamperen gebeurde steeds zo goedkoop mogelijk en om de kosten te drukken, vroegen we steeds een toelage aan bij het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn. Er valt nog heel veel te vertellen zoals over onze bedevaart naar Rome en Lourdes. Op de Romebedevaart proefden we voor het eerst in ons leven spaghetti, zonder saus of kaas, gewoon afgekookt. Niet te eten! In Lourdes gingen we zoals grote mensen in afwachting van de nachtmis een pernodke drinken. Het was nog lekker ook, maar… achteraf, verschrikkelijk !
» 1960 - 1965: Etienne Cusse
In de periode dat mij de groepsleiding werd toevertrouwd, heb ik het voorrecht gekend om met Georges De Neve te kunnen werken. Hij was reeds mede-aalmoezenier, maar volgde in 1961 E.H. De Schrijver op als groepsaalmoezenier. Hij was niet enkel één der eerste scouts in Boekhoute, hij was bovendien op zijn typische wijze de continue bezieler, motivator, ik mag zeker stellen de rots in de branding. Hij was door de jaren heen het symbool van de Michiel de Ruytergroep. Ook was hij het die mij, toen ik amper 7 jaar was, van de straat weghaalde en me bij de welpenrangen bracht. Dank aan deze persoonlijkheid die ook nu nog, na 50 jaar scouting, de rangen gesloten houdt! Een mijns inziens belangrijke activiteit, die mij gedurende een paar jaar bezig hield en die voor scouting toekomstgericht enkel positief kon zijn, was de aankoop van het terrein in de Vliet. Samen met Raf Buysse, Marnix Van Den Berghe, Jef Van Holen, André Teirlinck, allen in leiders- of voortrekkersfunctie, werd in 1964 de v.z.w. Michiel de Ruyter opgericht. Het was de v.z.w. die na moeizame inspanningen en diversie acquisities (zeg maar collectes, allerlei afsluitingen van leningen,…) na amper zes maanden er in slaagde scouting Boekhoute gronden en nadien de eerste lokalen ter beschikking te stellen.
» 1965 - 1966: Erik Fordeyn
In 1957 was er een kamp in Tongerlo. Voor een nachtspel had men onze tent omver getrokken midden in de nacht. Zogezegd om er een beetje spanning in te krijgen. Maar we vonden dat nog niet eens de moeite om wakker te worden en bleven rustig slapen. De toenmalige leiders hebben ons dan wakker gemaakt want ze wilden absoluut een nachtspel. 1958. Foto's op de Doornendijk met onder andere Marc Van den Abeele en telefoons. Het was de periode van telefoons en elektriciteit. Op een dag was Marc een heel dunnen koperdraad, die hij in de tuin gespannen had, aan het schilderen. Het was een draad van een oude transformator die nadien moest dienen voor de telefoonverbindingen. De buurman zag Marc met zijn verfborstel zorgvuldig heen en weer bewegen op ongeveer 1 meter boven de grond, de draad zag hij niet, die was daarvoor te dun. De buurman bleef een paar minuten staan kijken en is dan schuddebollend weggegaan.
» 1966 - 1969: Carlos Verweire
Ook de traditie van het mosselsouper is in die periode en onder het motto "Hoe brengen we zaad in 't bakje" ontstaan. Het eerste mosselsouper is toen geboren en de traditie is ondertussen volwassen geworden. Maar er werd toch aan heel wat meer dan alleen de financiële toestand energie gespendeerd. Er waren de vormende vergaderingen van de leidsters en leiders waar "hete" hangijzers bediscussieerd werden. En waar de idee ontsproot dat we de Boekhoutenaren eens wat cultuur moesten bijbrengen. Ons overlopend idealisme wakkerde dans, woordkunst, mime en negro-spirituals aan tot een spetterende culturele avond, waarin we lieten zien dat de leidsters en leiders jonge mensen van hun tijd waren (zegge de sixties). De energie die we toen in alle repetities en voorbereidingen staken, smeedde een echte vriendenband onder de leiding. Onder de bezielende leiding van onze "Roland met gitaar" ontdekten we in onszelf nooit eerder vermoede talenten.
» 1969 - 1975 en 1979 - 1983: Remi Van de Veire
1971, de start van het dertigjarig bestaan. Met de leiding hadden we een goedgevuld programma uitgewerkt en als ik nu eventjes in mijn agenda van 1971 kijk, dan staan gewoon alle lijstjes vol. Wat we toen allemaal gedaan hebben: uitgave reclameboekje, speciale overgang, kerstshow voor de oude van dagen, dropping voor alle sympathisanten ("Drop met ons mee"), inwijding nieuw welpenlokaal, (…). Vooral het Ansarat (verbondenheid)-weekend op 18-19-20 april 1980 is me steeds bijgebleven. Samen met Patrick De Backer, Yvan, Van Hevele, Mario Bonte, Patrick Devriendt, Carina en Marina De Muynck, Danny en Godfried Coucquyt, Jan Noë en Pierre Verschueren hebben we daar in het Meerdaalwoud (op De Kluis) de grondideeën vastgelegd van TRUST. ('t rustpunt). TRUST is een initiatief dat op heden nog altijd werkt. Het biedt de gelegenheid aan stamleden om naar vrije keuze samen te komen, elke week opnieuw.
» 1975 - 1979: Marnix Coucquyt
Ik weet nog dat, toen ze vertrokken, bijna geheel Boekhoute buiten stond. Met wat heimwee denk ik terug aan de tijd dat we vaak al zingend door het dorp marcheerden, de patrouillestok geheven, na één of andere dassenstrijd of spel. Hierbij herinner ik mij nog goed een groepsspel waarbij een Amerikaanse geleerde ons kwam vertellen over een nieuwe geheime uitvinding die tegen de Sovjets diende te worden beschermd. We stonden allen gespannen te luisteren toen plots een VW-kever het dorpsplein opstormde, en ons met gierende banden en hels geweervuur als verstijfd deed staan. Toen we van de eerste schrik bekomen waren, was onze geleerde reeds door twee gemaskerde Sovjetspionnen in de auto gesleurd. Na enkele Russische krachttermen en geweervoer in onze richting, ging de auto er met gierende banden vandoor richting Meuleken. De schrik had ons allen goed te pakken, maar mede door toedoen van een "toevallige aanwezige contraspion" konden we een verloren code ontcijferen en de vermoedelijke verblijfplaats van onze "geleerde" bepalen. Het was een strategische hoogte, door water omgeven en moeilijk in te nemen. (..) Uiteindelijk, en met de nodige strijdlust, bereikten we ons doel, waarbij de Sovjets zoveel te verduren kregen dat zij met bril en al ten onder gingen, en de lust hen voor lang zou vergaan. (..) 't Was een zware middag geweest, maar we keerden voldaan, en met de nodige scheuren in hemd en broek, terug naar het dorp. Hier wachtte Christiane De Buck ons op om onze hongerige magen te sterken met een zakje friet.
» 1983 - 1990: Bart Noë
"Een welp volgt de oude wolf, een welp is moedig en houdt vol" Met een vastberaden stap voorwaarts en de rechter wijs- en middelvinger schuin aan het hoofd, de duim bovenop de pink en ringvinger en dan pas, zonder aarzelen en met gemeende stem de wet opzeggend… Er waren veel variaties; een stap achteruit, een veel te grote stap (soms met aanloop) voorwaarts, de wijsvinger in het oor, duim ter hoogte van de kaak, en laat staan dat hij geplaatst werd op pink en wijsvinger… de intonaties en verschillende uitvoeringen van de welpenwet, kon je zelf niet bedenken. Ik heb me dikwijls moeten inhouden (van lachen), en heb er veel van genoten. Misschien uit noodzaak, maar toegegeven, na een tijd omdat ik er mij wel (bijzonder) goed bij voelde, heb ik tijdens mijn groepsleiderschap een aantal jaar actief de welpen geleid. Ik deed mijn intrede als Shere Khan, de verschrikkelijke tijger, op het groepskamp in Schoten en werd later de oude grijze wolf.