E.H. De Neve

» Goud voor mijnheer directeur De Neve

E.H. De Neve vierde zijn gouden priesterjubileum. Hét moment voor een interview door Spirit. 'Ten huize van' werd er vrijuit en gemoedelijk gepraat over een negental onderwerpen.

» Priester

Vijftig jaar geleden, meer bepaald op 1 april, werd ik priester gewijd. Een slechte datum of juist een goede (lacht)? Priester worden is in de eerste plaats een werk van God. "Niet gij hebt Mij uitverkoren maar Ik u". Mensen kunnen echter een goede sfeer scheppen voor het ontluiken van een roeping. Mijn moeder was een vrome vrouw, geestdriftig en sociaal sterk bewogen. Mijn vader ?ik was slechts zeven jaar toen hij stierf? was een ware optimist en om het geluk van de medemensen sterk bekommerd. Zij hebben mij sterk beïnvloed. Veel heb ik te danken aan monseigneur De Kesel. Hij was Meetjeslander zoals ik. Toen ik priester was gewijd, vroeg hij mij wat ik wilde doen. Ik gaf het klassiek antwoord: "Ik ben bereid in dienst van de Kerk en in dienst van de mensen te werken waar ik gezonden word". Zijn antwoord was: "U zult best naar het onderwijs gaan want uw veelvuldige contacten met de jeugd hebben u daarop voorbereid". En dus ben ik als jonge priester in het onderwijs beland.

» Loopbaan

E.H. De Neve nuSpirit: Waar bent u dan na uw priesterwijding naar toe geweest?
Ik moest nog mijn legerdienst doen en in die tijd duurde die 24 maanden. In afwachting daarvan was ik eerst twee maanden onderpastoor in Kruishoutem. Voor een bleu een serieuze ervaring! En dan ging ik naar Leuven voor mijn militaire dienst en studeerde tegelijkertijd klassieke filologie. In die tijd mocht je na de kandidaturen al les geven. Ik werd leraar in Geraardsbergen. Daar was er alleen de Latijnse humaniora. We waren er maar met een tiental priesters. Er was een groot internaat aan verbonden. Gelukkige jaren. Na drie jaar werd ik benoemd in Eeklo in de poësis, voor mij een van de mooiste klassen. Dat was een geluk want het was dichtbij huis en ik kon mijn scoutswerking verder zetten. Ik bleef er 15 jaar. Midden in de vakantie werd ik als godsdienstleraar aan de Sint?Bavohumaniora bij de Zusters van Liefde benoemd. Ik had mijn hele leven bij jongens gestaan. Nu moest ik aan meisjes godsdienst geven. ik had er geen specifieke opleiding voor. De overgang was moeilijk maar het lukte. Ik ben er altijd gelukkig geweest.

Spirit: Hoelang bent u daar gebleven?
Van 1971 tot 1983. In 1983 ?U typisch voor mijn levensloop op een vrijdagavond werd ik bij de bisschop geroepen en benoemd als directeur bij de Zusters Kindsheid Jesu. De bisschop zei: "U kunt dat bij de zusters er gemakkelijk bijnemen. Dat is niet zo lastig." Ik gaf op dat ogenblik nog 20 uren les. Het jaar daarop ging ik naar de bisschop en zegde hem dat die combinatie niet meer haalbaar was. Mijn lesopdracht werd toen beperkt tot 16 uur en in september 1984 ging ik met prepensioen.

Spirit: Kunt u nog iets vertellen over priester zijn vijftig jaar geleden en priester zijn in deze tijd?
Het komt er altijd op aan van sterk, gefundeerd gelovig te zijn. Dit is niet veranderd. Maar dan wel een geloof dat optimisme uitstraalt. Een priester had vijftig jaar geleden veel contacten met mensen. Hij diende sacramenten toe en was heel parochiaal verbonden. Je had een stabiele taak en je vervulde deze taak met veel bezieling. Nu komt het erop aan mee te evolueren. In plaats van de priester die de allesweter en allesdoener is naar wie de anderen moeten luisteren, zijn we gekomen tot de inspirerende priester. Niet meer in de klassieke vorm van 'wij moeten helpen' maar in de vorm van 'we moeten naast de mensen staan, we moeten proberen met die mensen op weg te gaan, we moeten leren luisteren en we moeten ook serieuze en echte verantwoordelijkheden overdragen aan leken'. Na zoveel jaren, besef ik dat je eigenlijk nooit mag stilstaan. je moet op de hoogte blijven van wat er gebeurt, meer lezen en persoonlijker verwerken en dan de opgedane inzichten luisterend bepraten met anderen. Op dat terrein is de congregatie me buitengewoon meegevallen. Van in het begin heb ik ervaren dat de congregatie openstond voor vernieuwing, dat ze probeert mee te gaan met de nieuwe stroming. Vooral werd ik getroffen door de idee dat de vernieuwing er maar zal komen als we de spiritualiteit van de congregatie doorgeven aan de leken die met ons meewerken.

» Kerk

De kerk was hiërarchisch gestructureerd. Maar van 1960 tot 1965 vond het concilie plaats. Daar werd vooral benadrukt dat de kerk het volk van God is. Dit was niet in tegenstelling met wat voorheen werd gezegd, maar het was toch een ander accent. En dit proces is naar mijn aanvoelen vandaag nog bezig. Als de kerk Gods volk is, dan is iedereen die daartoe behoort medeverantwoordelijk voor de opbouw van een nieuwe kerk. Dit gaat duidelijk terug naar de eerste christenen waar de hiërarchie ook niet volledig uitgeschakeld was, maar waar de mensen toch wel meer bekommerd waren om het welzijn van hun kerk. Nu weten de mensen meer en willen meer weten. Ze willen hun moeilijkheden uiten en daarvoor een oplossing vinden. Dit proces zal nog intenser verder gezet worden. Ik ben een optimist voor de toekomst.

» Kanunnik

De kanunniken zijn een groep priesters die de bisschop bijstaan én vertegenwoordigers zijn in gebed. Ze vormen een biddende groep die tegelijkertijd dienstvaardig staat tegenover de kerk. Als ze samenkomen in de kathedraal is dat om te bidden als vertegenwoordigers van de kerkgemeenschap. Wij bidden voor de kerk en we bieden hulp aan de bisschop voor zover dat kan. je wordt tot kanunnik benoemd door de bisschop. Het aantal is niet bepaald. Een aantal kanunniken wordt van staatswege benoemd en betaald. Anderen verwerven hun inkomen op een andere manier. Ik word bijvoorbeeld vergoed vanuit het onderwijs als gepensioneerde leerkracht hogere cyclus. Maar wij hebben allen dezelfde opdracht. Hier in Gent komen we iedere maandag en vrijdag samen in koorgebed.

» Algemeen directeur

Ook deze taak is in de loop der jaren erg veranderd. De algemeen directeur nam vroeger mede de leiding van de congregatie waar. Hij was voorzitter van de Raad van Beheer. Samen met de algemeen overste beredderde hij heel wat zaken. Die gezagselementen lagen niet zo in mijn aard. Ik wil vooral de mensen gelukkig maken. Bij mijn aantreden zei ik: "Kijk zusters, ik weet één zaak. Het is mijn taak hier midden onder u te staan zodanig dat het u geluk en vreugde kan bijbrengen". Trouwens, in het begin zetelde ik niet in de Raad van Beheer. Mijn taak is tweevoudig. Op de eerste plaats de zusters nabij zijn en begeleiden door conferenties te geven, open te staan voor een gesprek, te helpen waar ik kan. Kortom, een soort geestelijke vader van de zustergemeenschap. Op de tweede plaats neem ik deel aan al het werk van de congregatie. Ik word als het ware opgeslorpt door de hoeveelheid. Ik hoop dat ik hier nuttig werk verricht. Ik ervaar dat het op sommige plaatsen goed overkomt dat er ook een priester aanwezig is. Ik denk wel dat het ogenblik gekomen is dat ik me vooral met mijn eerste taak moet bezig houden. Ik heb er nu te weinig tijd voor. Maar ja, dit is allemaal niet zo vanzelfsprekend.

» Zusters

Ik heb de zusters leren waarderen. Het zijn mensen die proberen te werken en te leven vanuit een geloof in Gods liefde en vanuit dit geloof naar de mensen toe gaan. Ik ben in het begin een paar keer heel diep getroffen geweest door zusters die jong gestorven zijn. Hun geloof heb ik bewonderd. Met een zekere rust vertelden ze me: "God is mijn vader en hij zal me wel opvangen." Ik waardeer ook hun dienstbaarheid en vooral de 'geest' waarin ze werken: hun interesse voor anderen, voor zieken, voor mensen die achteruitgesteld zijn én hun interesse voor medezusters. Ze proberen te leven vanuit de spiritualiteit van de Zusters Kindsheid Jesu naar het model van Jezus als kind van de Vader. De laatste tijd treft me ook hoe de zusters blijven zoeken naar de betekenis om in deze tijd religieuze te zijn. Ze proberen hun eigen godsdienstig leven te verdiepen en te zoeken wat nodig is om gelovige getuige te zijn in deze wereld.

» Scouts

E.H. De Neve vroegerAls je mijn woonkamer rond kijkt, dan weet je het al. Achter je zie je een tafel met scoutsdassen en daar hangt bijvoorbeeld een foto van mij als scoutsaalmoezenier. Ik ben als 15-jarige in 1941 in mijn geboortedorp Boekhoute begonnen bij de Scouts. Tot ik naar het seminarie ging, ben ik daar als leider bijgebleven. Ik ben altijd lid gebleven en in 1956 begon ik als aalmoezenier tot in 1996. ik ben wel nog altijd in de 'stam': oud?leden die zorgen voor financiële middelen en evenementen organiseren. De belangrijkste elementen van de Scouts zijn voor mij: dynamisme, dienstbaarheid en verantwoordelijkheid. Ik heb het geluk gehad dat ik zolang als aalmoezenier tussen die jonge mensen heb gestaan. Ik moest mee. Scouting heeft me geholpen om optimistisch naar de toekomst te kijken. Scouting is voor mij ook een bron van dienstbaarheid geweest. De dienst om jonge mensen te helpen. Zij heeft me geleerd mijn verantwoordelijkheid op te nemen. Eens scout, altijd scout.

» Leidmotief

Mijn belangrijkste leidmotief is het geloof dat God vader is voor ons allemaal, een va er met een uitzonderlijke liefde. Een liefde die zich uit in vergevingsgezindheid, in het geven van nieuwe kansen en die dynamiek opwekt. Aan onze medewerkers zou ik willen zeggen: "U Mensen, jullie worden gelukkige mensen als je vanuit je godsdienstige overtuiging gelooft dat je nooit alleen staat, dat je nooit achtergelaten wordt. Dat Hij er altijd is, in alle omstandigheden. "Mensen graag zien, vloeit daaruit voort. je kunt moeilijk zeggen dat je Zijn weg volgt als je niet naar de mensen gaat met dienstbaarheid en liefde. En die visie staaft het optimisme omdat je vreugde beleeft als je mensen gaarne ziet. Ik tracht het goede te benadrukken. Bemoediging en vriendelijke woorden steunen het leven. ik ben nog nooit iemand tegengekomen die kwaad werd als ik hem of haar een bemoediging gaf.

» Wensen

Als het betrekkelijk goed gaat, heb ik voor mezelf niet veel wensen. Voor de zustergemeenschap wens ik dat ze in de richting van nu verdergaat, als bezielers zonder daarom veel te moeten 'doen', maar meer vanuit hun 'zijn'. Steeds worden wie ze in Gods ogen zijn. Voor de medewerkers wens ik dat ze de spiritualiteit van Triest beter zouden leren kennen en erin leven om die vorm te geven in deze tijd. En nu zou ik mijn preek willen maken voor zondag ...

Mr. De Neve, hartelijk bedankt voor dit interview Kan. Georges De Neve, Algemeen directeur ZKJ werd geïnterviewd door Georges Vanoirbeek, Dienst Onderwijs ZKJ Uit 'Spirit', Contactblad voor de medewerkers van de Zusters van De Kindsheid Jesu, achtste jaargang nummer 3, oktober 2001.

» Bron

Uit 'Spirit', Contactblad voor de medewerkers van de Zusters van De Kindsheid Jesu, achtste jaargang nummer 3, oktober 2001.